Gebruikelijk loon dga stijgt

DEN HAAG - Het gebruikelijk loon voor de directeur-grootaandeelhouder (dga) is met ingang van 1 januari 2021 verhoogd naar € 47.000 per jaar.

Dit staat in de Bijstellingsregeling directe belastingen 2021 die op 31 december 2020 in de Staatscourant is gepubliceerd. 

Artikel 12a van de Wet op de loonbelasting uit 1964 is gewijzigd:

  • Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, wordt het in het kalenderjaar van dat lichaam genoten loon ten minste gesteld op het hoogste van de volgende bedragen:

    • a. 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;

    • b. het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van het lichaam, bedoeld in de aanhef, of met het lichaam verbonden lichamen;

    • c. € 47.000.

  • Indien de inhoudingsplichtige aannemelijk maakt dat het hoogste bedrag, bedoeld in het eerste lid, hoger is dan 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, wordt het loon in afwijking van het eerste lid gesteld op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, met dien verstande dat het loon ten minste wordt gesteld op het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, of, indien het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan dat bedrag, op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

  • Indien aan het lichaam, bedoeld in het eerste lid, een S&O-verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel s, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen is afgegeven voor in het kalenderjaar verricht speur- en ontwikkelingswerk waarop het percentage, bedoeld in artikel 23, zevende lid, eerste volzin, van die wet, van toepassing is, wordt, in afwijking van het eerste lid, het in het kalenderjaar van dat lichaam genoten loon ten minste gesteld op 108% van het twaalfvoud van het bedrag, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, zoals dat gold op 1 januari van het kalenderjaar. Indien de inhoudingsplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop het loon ingevolge de eerste volzin ten minste wordt gesteld hoger is dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, wordt het loon in afwijking van de eerste volzin gesteld op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

Laatste nieuws